- Redactie
- 3 aug 2024
SPELREGELVRAAG 5.
Bij vraag 4 was A het juiste antwoord.
VRAAG 5.
een speler van partij A mag een strafschop nemen. De nemer van de strafschop legt de bal zo neer dat alleen de bolling van de bal zich boven het uiterste puntje van de strafschopstip bevindt. De doelverdediger van partij B is het daarmee niet eens en vindt dat de bal achteruit moet. Wat moet de scheidsrechter beslissen ?
A. De bal ligt op deze manier correct en mag zo genomen worden.
B. De bal moet naar achteren, want de bal moet de strafschopstip raken.
C. De bal moet naar achteren, want de bal moet het midden van de strafschopstip raken.
D. De bal moet naar achteren, want een deel van de bal moet zich op of boven het midden van de stip bevinden.
VOETBALAGENDA.
Voetbal bij de Olympische Spelen 1/4 finales vrouwen 4 duels.
Oefenduels betaald voetbalclubs.